De spelregels van Gaga bal:
Maak een achthoekige put, die wordt omgeven door banken of tafels (zorg wel dat het stevig staat!)
Alle spelers beginnen met één hand tegen een muur van de put.
Het spel begint met een scheidsrechter die de bal in het midden van de put gooit.
Wanneer de scheidsrechter de bal in de put gooit, schreeuwen de spelers 'GA'. Daarna schreeuwen ze nog een keer 'GA' als de bal op de grond stuitert. Daarna kan het spel beginnen.
Zodra de bal in het spel is, kan elke speler de bal slaan met een open of gesloten hand.
Als een bal een speler onder de knie raakt (zelfs als de speler zichzelf raakt), is hij of zij uit en verlaat de pit.
Als een speler boven de knieën wordt geraakt, gaat het spel verder.
Als een bal door de lucht vliegt en wordt gevangen, is de speler die de bal het laatst voor de vangbal heeft aangeraakt af.
Het gebruik van de muren van de achthoek om te helpen bij het springen is toegestaan, zolang de speler niet permanent op de richel van de achthoek zit.
Spelers kunnen de bal niet vasthouden.
Indien nodig kan een tweede bal in de put worden gegooid om het einde van het spel te versnellen.
De laatst overgebleven speler is de winnaar van die ronde.